Methoden voor het drogen en opslaan van hooi hebben grote invloed op de geschiktheid ervan voor paarden. De sleutel tot goed gedroogd hooi ligt voornamelijk in het vochtgehalte. Voor het beste resultaat, moet het hooi niet worden verpakt voor er minder dan 20% vocht in zit. Te nat geperste balen hooi kunnen gaan schimmelen, broeien en vormen brandgevaar. Omgekeerd kunnen hooibalen die te droog zijn, teveel voedingswaarde verliezen. Regen is een vloek voor een hooiverwerker en het kan uitgebreide verliezen aan voedingsstoffen veroorzaken. Vooral betreft vitamine A en E, eiwitten en bepaalde koolhydraten.
Hoewel de kleur van hooi geen alles-in-één methode is voor het bepalen van de hooikwaliteit (dat is een fourage-analyse door een laboratorium alleen), is de kleur wel een bruikbare indicator voor de voedingswaarde.
Groen. Zonder twijfel is de meest wenselijke hooikleur heldergroen. Groenheid geeft aan dat het hooi tijdens het drogen of bewaren niet is blootgesteld aan ongunstige omstandigheden, wat suggereert dat het voer voedzaam en schimmelvrij is. Groen hooi zit vaak vol met caroteen (een voorloper van vitamine A) en vitamine E.
Geel. Als het hooi geel is, is de kans groot dat het gras al te rijp was tijdens het maaien of werd blootgesteld aan regen tijdens het droogproces. Als het hooi is natgeregend, is het niet alleen gevoelig voor verlies van voedingsstoffen, maar ook voor schimmelgroei. Dit kan verterings- en ademhalingsproblemen zoals koliek, hoesten of benauwdheid veroorzaken.
In andere gevallen kan vergeling het gevolg zijn van verbleken door de zon, wat optreedt wanneer opgeslagen hooi wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Zon verlaagt het caroteengehalte en de smakelijkheid van het verkleurde hooi. Schade door de zon heeft meestal alleen invloed op de buitenkant van balen, dus veel van het hooi in deze balen is waarschijnlijk te redden.
Bruin. Voedzaam hooi is zelden of nooit bruin. Als een tabakachtige geur gepaard gaat met extreem verkleurd hooi, is dit waarschijnlijk te wijten aan oververhitting tijdens opslag veroorzaakt door overmatig vocht en schimmelgroei. De smakelijkheid van bruin hooi van lage kwaliteit is meestal slecht. Vanwege de aanleg voor schimmel en vieze smaak, moet dit hooi niet aan paarden worden gevoerd.
Niet alle paarden hebben felgroen hooi met veel voedingsstoffen nodig. Deskundigen zijn van mening dat de selectie van voeder gebaseerd is op individuele behoeften. Een te zware pony hoeft niet tweederde van de dag kniehoog in de fluorescerende luzerne te staan, en een magere zogende merrie heeft meer nodig dan het vergeelde weidegras van vorig jaar om te blijven lacteren.
Andere factoren beïnvloeden ook de kwaliteit van het hooi, inclusief planttype, rijpheidsstadium, blad-tot-stengelverhouding en de aanwezigheid van schimmels, onkruid en ander vreemd materiaal.
Naast goed ruwvoer is het belangrijk een vitamine-mineralenbrok (balancer) te voeren, om de tekorten in het ruwvoer aan te vullen.
Gerelateerde producten: Equi-Xcel Balancers, MultiVit Daily