Veel paardeneigenaren zijn blij als het voorjaar weer is aangebroken, en de paarden lekker de wei op kunnen. Toch roept het soms ook vragen op, met name over aanpassingen in het rantsoen. Hoeveel gras eet een paard nu eigenlijk, en hoe kan je daar rekening mee houden in de rest van het rantsoen?
The Department of Animal Science van North Carolina State University heeft onderzoek gedaan naar de hoeveelheid gras die een paard per uur opeet. Een groep paarden werd een week lang 3, 6, 9 of 24 uur op de weide gezet. Wanneer de paarden niet op de weide stonden, werden zij gehuisvest in uitloopstallen met vrije toegang tot hooi.
Het resultaat staat weergegeven in onderstaande tabel.
Maar wat betekent dit nu in de praktijk?
Wat als eerste opvalt, is dat een paard wat kort op de weide staat, wel bijna 4x zo snel eet als een paard dat 24/7 weidegang heeft. Dat is niet zo moeilijk te verklaren. Paarden hebben een groot leervermogen, en wennen ook snel aan routines. Dat ze over een paar uurtjes weer worden binnengehaald, hebben ze snel genoeg in de gaten. Het paard zal op de weide minder tijd nemen om te rusten, lekker te bewegen of sociale behoeften te vervullen.
Zoals je ziet wordt alleen bij 24/7 weidegang nagenoeg aan de droge stof behoefte voldaan. In alle andere gevallen zal het paard nog ruwvoer bijgevoerd moeten krijgen. Maar hoeveel moet dat dan zijn, en hoe zit het met de energiewaarde? Weidegang kan immers snel bijdragen aan gewichtstoename, zeker bij rijk voorjaarsgras.
In het voorbeeld gaan we uit van een paard van 600 kg, die gemiddeld genomen elke dag 45 minuten werkt op L/M niveau. Dit paard heeft elke dag 6,5 EWpa (EnergieWaarde paard) nodig. Een paard dat helemaal niet werkt, heeft voldoende aan 5,4 EWpa.
In het hooi zit gemiddeld 0,49 EWpa per kilo. Je kan in de tabel zien, dat het paard die 3 uurtjes op de wei staat, in die 3 uurtjes al 45% van de energiebehoefte binnenkrijgt. Het paard dat 6 uur staat zelfs 77%! Die mag de rest van de dag eigenlijk nog maar 4 kg hooi krijgen, wat dan verdeeld moet worden over de resterende 18 uur van de dag. Dat kan nogal een uitdaging zijn, als je bedenkt dat een paard het liefst niet langer dan 3 uur zonder iets te knabbelen staat. Om de duur van de maaltijd zoveel mogelijk te verlengen, kan je gebruikmaken van slowfeeders, of bijvoorbeeld wat stro erdoor mengen.
Daarnaast is 0,49 EWpa een gemiddelde waarde. Mocht je hooi kunnen vinden wat lager is in energie, kan je er natuurlijk meer van geven. Om dat te kunnen omrekenen moet je wel weten wat je energiewaarde van je hooi is, en het dus laten testen. Vraag even na of de fouragehandelaar al een analyse beschikbaar heeft, dat is gelukkig steeds vaker het geval.
Je kan het natuurlijk ook omdraaien, en proberen de hoeveelheid gras die jouw paard eet te beperken. Een graasmasker kan een goede oplossing zijn, maar er zijn ook paarden die daarvan gefrustreerd raken, of heel handig zijn geworden in het afdoen van het graasmasker.
Strookbegrazing is ook een optie. Door een stroomdraadje steeds wat op te schuiven kan je zelf bepalen hoeveel gras de paarden tot hun beschikking hebben. Let wel op dat het “gebruikte” stuk niet té kort wordt. Het gras wordt dan met wortel en zand uit de grond getrokken, wat kan leiden tot zand in de darmen en als gevolg daarvan diarree en/of koliek. Het is ook schadelijk voor de grasmat, die zal je dan voor volgend seizoen moeten herstellen/bijzaaien. Als het gras echt op is, kan je beter hooi op de wei bijvoeren om dit te voorkomen.
Onthoud ook dat net als hooi, het gras niet aan de vitaminen-mineralenbehoefte voldoet. Met name koper, zink en selenium zijn vaak te laag. Het bijvoeren van een balancer blijft dus wel aanbevolen.
Heb je hulp nodig bij het bepalen van het meest geschikte rantsoen voor jouw paard, aarzel dan niet even contact op te nemen. We helpen je hier graag bij!