Bloedonderzoek bij voedingstekorten, nuttig of niet?

Paardeneigenaren denken vaak dat ze een bloedmonster van hun paard moeten laten analyseren om te weten of ze het paard voeren wat hij of zij nodig heeft. Helaas is dit niet geheel betrouwbaar. In dit artikel leggen we uit waarom dat is.

Bloedonderzoek kan veel vertellen over het algehele welzijn van je paard. Het kan jouw dierenarts waardevolle gegevens verschaffen voor het diagnosticeren van orgaanstoornissen, infecties, stressindicatoren, sommige ziekten en vergiftiging door zware metalen. Goed geïnterpreteerde bloedtestresultaten, in combinatie met eventueel andere tests zoals urinetests, de symptomen en het algemene klinische beeld, zijn zeer belangrijke diagnostische hulpmiddelen. Een bloedtest is echter een slechte indicator voor de status van de meeste mineralen en de volledigheid van de voeding. Factoren zoals lichaamsbeweging, voedertijden, medische aandoeningen en stress kunnen tijdelijk de nutriëntwaarde in het bloed veranderen.

Voor bepaalde voedingsstoffen, zoals calcium, koper, zink en ijzer, correleren de bloedwaarden niet goed met de inname via de voeding. In andere gevallen, zoals natrium, chloride en selenium, zijn bloedtesten vooral nuttig om extreme waarden te identificeren, toxiciteit of langdurige tekorten te onthullen.

De functie van het bloed

Bloed is eigenlijk een soort weefsel in het lichaam dat essentieel is voor het functioneren van de bloedsomloop, net zoals bot-, spier- en gewrichtsweefsel essentieel zijn voor het correct functioneren van het bewegingsapparaat. De taak van het bloed is het transporteren van zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en de immuunrespons naar cellen door het hele lichaam, en het verwijderen van afvalstoffen. Het bloed reguleert ook de lichaamstemperatuur en is van cruciaal belang voor het handhaven van de pH- en vochtbalans.

Idealiter verzamelt het bloed goede, gezonde zuurstofmoleculen als het door de longen stroomt, en de noodzakelijke voedingsstoffen als het de darmwand passeert. Vervolgens levert het de voedingsstoffen en het zuurstof af bij alle cellen die ze nodig hebben, waar dan ook in het lichaam. Maar wat als de darmen niet de voedingsstoffen beschikbaar hebben die het bloed naar de cellen wil transporteren? Dit kan gebeuren als het paard niet de juiste voeding krijgt, of als concurrerende mineralen elkaar in de weg zitten om opgenomen te kunnen worden.

Calcium en fosfor zijn een goed voorbeeld van mineralen die in de juiste balans moeten worden gevoerd, zodat het bloed de juiste niveaus uit de darmen kan halen. Maar stel nu dat er te veel fosfor in de voeding zit in verhouding tot de hoeveelheid calcium. Het bloed krijgt dan niet genoeg calcium uit de darmen, maar wel voldoende fosfor. Je zou dan verwachten dat een bloedtest een laag calciumgehalte aantoont, maar helaas is dat niet waar…

Het lichaam van het paard staat niet snel toe dat de calciumspiegels in het bloed te laag worden, omdat dit levensbedreigend kan zijn. Wanneer het calciumgehalte in het bloed onder een aanvaardbaar niveau daalt, sturen hormonen een signaal naar het bloed om calcium uit de lichaamsvoorraden (met name de botten) te verzamelen om het dier in leven te houden. Dit betekent dat je jouw paard een gevaarlijk laag calciumgehalte kunt geven (of een dieet met een zeer slechte calciumbalans ten opzichte van fosfor) en dat dit niet uit een bloedtest zal blijken. Na verloop van tijd zal zich zwakte in de botten voordoen, omdat deze grote hoeveelheden calcium hebben ingeleverd om de meer vitale organen overeind te houden. Tegen de tijd dat het calciumtekort in het bloed zichtbaar wordt, zit het paard al in de problemen. 

Deze situatie is op meerdere voedingsstoffen van toepassing, waaronder energie, eiwitten, vitamines en mineralen. Er zijn ook veel voedingsstoffen die onderling afhankelijk zijn, en in evenwicht moeten worden gehouden om de opname uit de darmen te optimaliseren.

Bloedonderzoek, hoe werkt dat?

Hoewel bepaalde voedingsstoffen kunnen worden gedetecteerd en gekwantificeerd in een bloedmonster, garandeert dit niet dat bloedtesten nauwkeurig de voedingsstatus van het paard (d.w.z. of de voedingsniveaus tekortschieten, toereikend of giftig zijn) in het lichaam weergeven. De bloedspiegels van veel voedingsstoffen worden streng gecontroleerd door het endocriene systeem, zodat ze binnen aanvaardbare grenzen blijven; dat wordt homeostase genoemd. 

Homeostase is het mechanisme van het lichaam om de biochemische balans binnen specifieke ingestelde punten te handhaven, waardoor het optimaal kan functioneren ondanks veranderingen in de omgeving. Als gevolg hiervan nemen de concentraties van veel stoffen in het bloed, waaronder vitamines en mineralen, niet evenredig toe bij een hogere inname via het dieet.

De inname van bepaalde voedingsstoffen kan tijdelijke pieken in de bloedspiegels veroorzaken, maar het proces van homeostase werkt snel om de bloedchemie te herstellen naar de ingestelde punten. Dit is de reden waarom factoren zoals de timing van monstername in relatie tot voeding of oefening de testresultaten kunnen beïnvloeden, aangezien deze activiteiten de voedingsniveaus tijdelijk kunnen veranderen voordat het lichaam de balans herstelt.

Voordat je de meeste mineraaltekorten met een bloedtest op kunt sporen, moeten de lichaamsvoorraden en het dieet dus zo ernstig zijn uitgeput dat het paard meestal al in een moeilijke situatie verkeert. Deze vertraging treedt op omdat het lichaam vaak gedurende een langere periode tekorten compenseert voordat de niveaus voldoende dalen om te worden weerspiegeld in bloedtesten.

Plasmaconcentraties van de mineralen fosfor, koper, zink en selenium kunnen problemen met de inname weerspiegelen, maar zijn zo variabel dat alleen ernstige onevenwichtigheden zullen worden gedetecteerd. Bovendien vereist een tekort aan selenium een andere test dan het meest gebruikelijke panel.

IJzer is een ander mineraal dat de bloedspiegels niet nauwkeurig weerspiegelen. Er is een complexere reeks bloedanalyses nodig om de ferritine- en transferrinewaarden (twee soorten bloedeiwitten) te bekijken, die betere indicaties geven van de ijzervoorraden en het vrije ijzer in het lichaam. Bloedarmoede is niet diagnostisch voor een ijzertekort, omdat er veel andere, meer waarschijnlijke oorzaken van bloedarmoede bij paarden zijn. 

Bedenk ook dat bloedonderzoek alleen de status laat zien van het moment waarop het bloed werd afgenomen, het is eigenlijk een foto van een dynamische situatie. Deze niveaus worden niet alleen beïnvloed door de opname van de voedingsstof uit het maag-darmkanaal, maar ook door de efficiëntie van het gebruik, de herverdeling en de verwijdering van voedingsstoffen uit de bloedbaan.
Sommige niveaus variëren behoorlijk gedurende de dag, afhankelijk van het moment van training en meest recente maaltijd bijvoorbeeld, waardoor de interpretatie en identificatie van excessen of tekorten nog moeilijker wordt. Daarnaast is het veel makkelijker om te zien wanneer er iets mis is, dan om te bepalen wanneer de situatie voor dat individuele paard optimaal is. Testresultaten moeten ook altijd gebruikt worden als aanvulling op wat je ziet en, indien van toepassing, wat je voelt tijdens training. 

Houd er daarnaast ook rekening mee dat er een aanzienlijke individuele variabiliteit is in hoe paarden reageren op voedselinname, wat resulteert in variërende bloedspiegels van vitaminen en mineralen, zelfs wanneer paarden dezelfde hoeveelheden consumeren.

Hoewel bloedanalyse dus een handige manier is om vitamine- en mineraalgehaltes in het bloed van het paard op een bepaald moment te onderzoeken, weerspiegelt het niet noodzakelijkerwijs de opname van voedingsstoffen uit het dieet of de algehele voedingsstatus.

Interne factoren die van invloed zijn op bloedtestresultaten

Verschillende factoren kunnen de fysiologische toestand van het paard tijdelijk veranderen voordat de homeostase het evenwicht herstelt:

  • Tijdstip van monstername ten opzichte van de training: Sommige vitaminen en mineralen worden tijdens de training uit het bloed verwijderd. Elektrolytmineralen (natrium, kalium en chloride) gaan bijvoorbeeld verloren door zweet en moeten worden aangevuld in het dieet.
  • Tijdstip van monstername ten opzichte van voedselinname: Inname van vitaminen en mineralen kan een tijdelijke piek in de bloedconcentratie veroorzaken voordat interne regulatie (homeostase) deze weer omlaag brengt.
  • Onderliggende medische aandoeningen: Sommige ziekten kunnen de opname van voedingsstoffen belemmeren. Chronische ziekten verhogen de vraag naar bepaalde voedingsstoffen of belemmeren hun metabolisme. Sommige vormen van acute ziekte leiden tot verschuivingen in de concentraties van sporenelementen in het bloed.
  • Hydratatiestatus: Uitdroging of overmatige hydratatie heeft invloed op de concentratie van sommige bloedbestanddelen.
  • Stress: Fysieke en mentale stress heeft invloed op hormoonspiegels, wat het metabolisme van voedingsstoffen kan beïnvloeden. Stress verhoogt ook de vraag naar antioxidanten zoals vitamine E en selenium.
  • Leeftijd van het paard: Sommige mineraalconcentraties nemen af ​​naarmate het paard ouder wordt.
Externe factoren die van invloed zijn op bloedtestresultaten

Voorbeelden van hoe bemonsterings- en analysemethoden de resultaten kunnen beïnvloeden, zijn onder meer: 

  • Bemonsteringsprocedure: Het type vacutainerbuis waarin het bloed wordt verzameld, kan de resultaten beïnvloeden. Sommige anticoagulantia zoals EDTA kunnen de laboratoriummethoden verstoren.
  • Kenmerken van het monster: Als hemolyse (afbraak van rode bloedcellen) optreedt tijdens de bemonstering, zullen de niveaus van mineralen in rode bloedcellen zoals ijzer en kalium verhoogd zijn.
  • Monsterbehandeling: Blootstelling aan licht na het verzamelen van het monster kan de niveaus van sommige vitamines beïnvloeden, met name vitamine C en foliumzuur.
  • Monsteropslag: De tijd tussen bemonstering en analyse en hoe monsters worden bewaard (bevroren versus gekoeld) vóór analyse, kunnen ook de testresultaten beïnvloeden.
  • Een andere factor om te overwegen zijn de referentiebereiken die door het laboratorium worden verstrekt. Elk laboratorium verstrekt referentiebereiken voor verschillende vitamines en mineralen op basis van hun eigen procedure. Deze zijn meestal gebaseerd op een specifiek type bloedmonster (d.w.z. plasma verzameld met een bepaald anticoagulans of serum) en zijn mogelijk niet nauwkeurig voor andere soorten monsters.

Tabel 1: Voorbeeldreferentiebereiken voor vitamines en mineralen bij paarden.

NutrientFunctieReferentiebereik in bloedserum
SerumVitamine EAntioxidant bescherming4.6 – 23 pmol/L
CalciumBotstructuur
Spiercontractie
2.75 – 3.35 mmol/L
FosforBotstructuur
Energiemetabolisme
0.73 – 1.71 mmol/L
MagnesiumSpierontspanning
Zuur-basebalans
0.6 – 1 mmol/L
NatriumZuur-basebalans
Zenuwtransmissie
136 – 144 mmol/L
KaliumZuur-basebalans
Zenuwtransmissie
3.1 – 4.3 mmol/L
ChlorideZuur-basebalans
Spijsverteringsfunctie
95 – 104 mmol/L
IJzerZuurstoftransport
Energiemetabolisme
1.3 – 2 ug / mL
KoperAntioxidant
Melaninesynthese
IJzermobilisatie
0.9 – 1.4 ug / mL
ZinkAntioxidant
Immuunfunctie
0.6 – 1.7 ug / mL
MolybdeenDNA- en RNA-synthese12 – 30 ng / mL
SeleniumAntioxidant
Schildklierhormoonsynthese
0.12 – 0.18 ug / mL
MangaanKraakbeenvorming
Energiemetabolisme
0.5 – 2 ng / mL
KobaltVitamine B12-synthese>0.25 ng / mL

Tabel 2: Verband tussen bloedvitamine- en mineraalgehaltes en voedselinname bij paarden.

NutrientBetrouwbaar?Toelichting
CalciumNeeBloedspiegels worden strikt gereguleerd en weerspiegelen niet de calciuminname.
Fosfor en MagnesiumJaBloedspiegels kunnen stijgen of dalen op basis van de voedselconsumptie.
Natrium en ChlorideAlleen toxiciteitBloedtesten zijn alleen geschikt om toxische niveaus te identificeren.
KaliumJaBloedspiegel kan de voedselinname weerspiegelen.
KoperNeeBloedspiegel weerspiegelt niet nauwkeurig de voedselinname.
Hengsten en drachtige merries hebben doorgaans hogere koperconcentraties.
Er zijn verschillen met betrekking tot het ras waargenomen.
ZinkNeeBloedspiegel weerspiegelt niet nauwkeurig de voedselinname.
SeleniumAlleen extremenBloedspiegels kunnen extreem hoge of langdurig lage innames weerspiegelen.
Bloedspiegels reageren snel op verwijdering van selenium uit de voeding en keren terug naar normale niveaus.
IJzerNeeBloedspiegel weerspiegelt niet nauwkeurig de voedselinname.
JodiumNeeBloedjodium en standaard schildkliertesten zijn niet geschikt om de jodiuminname te schatten.
Vitamine AJaBloedspiegel kan duiden op een langdurig vitamine A-tekort.
Overmatige vitamine A-inname wordt in het bloed weerspiegeld zodra de leveropslagcapaciteit wordt overschreden.
Vitamine DJaCalcidiol kan de inname van vitamine D weerspiegelen; calcitriol niet.
Vitamine EJaBloedspiegel kan de inname van vitamine E weerspiegelen.

Wanneer kan je wel een bloedanalyse gebruiken bij dieetevaluaties?

In sommige gevallen kan het relevant zijn om rekening te houden met de bloedtestresultaten van je paard voor bepaalde vitamines en mineralen bij het evalueren van het dieet.

Als jouw paard tekenen vertoont van een vitamine- en mineralentekort of -toxiciteit, is het van belang om mogelijke oorzaken met je dierenarts te bespreken en diagnostische tests uit te voeren. Een bloedanalyse van vitamines en mineralen alleen is mogelijk niet voldoende om een ​​diagnose te stellen, en moet worden behandeld als 1 enkel stukje van de puzzel.

Na een klinische diagnose van je dierenarts kan een dieetaanpassing van bepaalde vitamines en mineralen worden aanbevolen. Paarden met hyperkaliëmische periodieke verlamming (HYPP) hebben bijvoorbeeld een gecontroleerde inname van het elektrolytmineraal kalium nodig.

Paarden met neuromusculaire aandoeningen zoals Equine Motor Neuron Disease (EMND) of White Muscle Disease hebben hogere niveaus van vitamine E en/of selenium in het dieet nodig, en zo zijn er nog meer voorbeelden van aandoeningen die dieetaanpassingen vereisen. 

Analyse van haren

Haaranalyse is niet zo variabel, maar het is ook geen actueel beeld. Het analyseren van haarmonsters geeft een beeld van wat er de afgelopen maanden is gebeurd, maar wat mogelijk niet representatief is voor het huidige rantsoen. Er zijn verschillende bedrijven die haartesten aanbieden, maar elk lab heeft zijn eigen normale waarden aangezien analyseprocedures, analytische temperaturen, hardware en monsterbehandeling van laboratorium tot laboratorium verschillen. Daarnaast komt verontreiniging van haarmonsters, vooral met vuil, vrij vaak voor. Deze factoren kunnen de resultaten en interpretatie, en daarmee de betrouwbaarheid, flink beïnvloeden.

Hoe kan je als eigenaar dan wél erachter komen of je paard de juiste voeding krijgt? 

Omdat bloedonderzoek de tekortkomingen mogelijk niet accuraat weergeeft en haartesten een blik op de geschiedenis zijn in plaats van actuele gebeurtenissen, is de beste manier om te beoordelen of er voedingstekorten bestaan, door naar het dieet te kijken. 

Uit de resultaten van wetenschappelijk onderzoek is voor de belangrijkste voedingsstoffen gebleken wat het gemiddelde paard nodig heeft. Door de hoeveelheid van elke voedingsstof te bepalen die via het dieet wordt verstrekt, kunnen potentiële tekorten effectief worden voorspeld, waardoor bloedonderzoek vaak niet nodig is.

Door de precieze behoefte vast te stellen naargelang gewicht, leeftijd, activiteit, etc. kan een rantsoen samengesteld worden dat het vereiste niveau van elke voedingsstof bevat en concurrerende verhoudingen in evenwicht houdt. Naast deze berekeningen blijft het wel belangrijk ook naar het paard zelf te kijken, wat voor de één voldoende is, kan voor een ander te weinig zijn. De berekeningen zijn op basis van gemiddelden, en kunnen worden bijgesteld n.a.v. de ervaringen en kennis over het betreffende paard. 

Soms is trial-and-error de simpelste en voordeligste manier van diagnostiek. Heeft het paard last van stijfheid? Reageert hij goed op een paar weken extra vitamine E, zal waarschijnlijk een tekort een rol hebben gespeeld. Merk je geen verschil, zal vitamine E de oorzaak niet zijn en kan je verder zoeken. Zo ook met nerveus gedrag wat veroorzaakt wordt door een tekort aan magnesium. Wanneer je magnesium bij gaat voeren en de klachten verminderen, weet je dat je op het juiste spoor zit. Zo zijn er wel meer nutriënten waarbij je gerust eens kan uitproberen of het werkt of niet. En ook hierbij is het ene paard het andere niet, dus blijf goed kijken naar wat ze ons laten zien. Wil je weten wat de tekenen zijn van een tekort/overschot aan voedingsstoffen, dan is ons artikel “Van vitamine A tot Zink” een fijn naslagwerk.